In de oorspronkelijke opdrachtgeving vanuit het Masterplan werd een kunsttoepassing gevraagd die de monotonie van de lange witgeschilderde betonnen wanden die het spoorviaduct schragen zou doorbreken. Hans Roebers meende al snel hiervan af te moeten wijken. Niet de monotonie van de haaks op de Spoorlaan staande draagvlakken, maar het overheersende beeld van de langgerekte ’tunnelband’ ervoer hij als een storend element.
Ontwerp
In zijn ontwerp heeft Roebers beeldend commentaar willen leveren op de ‘opdringerige’ aanwezigheid in het stadsbeeld van deze langgerekte betonnen balk. Door de brug-achtige sculptuur waarvan de vorm en de hoogte aan het viaduct lijken te zijn ontleend, op de middenberm haaks op de betonnen ’tunnelband’ te plaatsen, is Roebers erin geslaagd de dwingende horizontale richting van het viaduct te doorbreken.
Materiaal
In zijn materiaalkeuze stelt Roebers tegenover het robuuste beton het verfijnde koper en het Azobé-hout, materialen waarvan de huid onder invloed van het oxydatieproces in de tijd een verandering heeft ondergaan. Aan de zuidzijde van de sculptuur heeft Hans Roebers het loopplank-achtige onderdeel met de koperen reling nog een stuk door laten lopen om het vervolgens abrupt ‘af te laten snijden’. Zo lijkt het bouwsel bijna letterlijk een denkbare gebruiksfunctie te zijn ontnomen.
Met de ‘over-functioneel’ vormgegeven constructie van het viaduct als decor, laat het zien dat waar de functie verdwijnt, de kunst een mogelijkheid krijgt te verschijnen.