Roeien
(’s middags)
We gleeën
Getweeën
Tesaam in een boot,
De stroom was mee en
Terwijl we niets deeën
Vooruit zij toch schoot.
De weien
In rijen
Schoven voorbij…
En wij niets zeien:
In stil verblijen
Elkander nabij!
Roeien
(’s middags)
We gleeën
Getweeën
Tesaam in een boot,
De stroom was mee en
Terwijl we niets deeën
Vooruit zij toch schoot.
De weien
In rijen
Schoven voorbij…
En wij niets zeien:
In stil verblijen
Elkander nabij!