Arnaud Beerends maakte in 1987 voor de middenberm van de Spoorlaan een beeld. De Spoorlaan lijkt een ongelukkige plaats om van de verkeersdeelnemers even aandacht te vragen voor iets anders als verkeersborden en verkeerslichten. Maar voor Arnaud Beerends lag daarin juist de uitdaging: een beeld te maken voor wat hij noemt een ‘passeerplek’. ‘Een actieve plek waar de aandacht en concentratie maar kort is, dus zo optimaal mogelijk benut moet worden. De bedoeling is dan ook vooral een theatraal spel te spelen met de maat, de vormen en de richting waarin deze vormen zwaaien.
In 2006 is het beeld in overleg met de kunstenaar verplaatst omdat de Spoorlaan als onderdeel van de Cityring grondig werd aangepakt. Het beeld zal na de werkzaamheden niet meer terug worden geplaatst omdat er een geheel nieuwe ruimtelijk situatie ontstaat. KORT en de kunstenaar wilden het Masterplan Beeldende Kunst van Joost Baljeu, waar het beeld op de Spoorlaan wezenlijk onderdeel van uitmaakt, recht doen door het beeld te plaatsen op de middenberm van de Hart van Brabantlaan.
Het Masterplan ging uit van het ontstaan van de stad Tilburg, de historische herdgangen die nog altijd de hoofdroutes vormen van de stad. Baljeu ontwierp een assenstelsel waaraan hij drie hoofdstromingen in de beeldende kunst van dat moment koppelde. Het beeld van Beerends stond op de Konstruktieve as B1 in het stelsel van Baljeu die loopt van de Professor Cobbenhagenlaan tot het viaduct Spoorlaan Heuvelring.
In de beschrijving van deze as wordt ook de Hart van Brabantlaan genoemd als een route met een duidelijke “visuele” inzinking maar er was op dat moment geen ruimte voor kunst, die is er anno 2006 wel omdat de middenberm inmiddels verbreed is.
Tegelijkertijd wordt ook de achterliggende gedachte van Arnaud Beerends recht gedaan omdat het beeld blijft functioneren als “passeerplek”. Overigens is het beeld in de nieuwe situatie gespiegeld geplaatst.