Vijf dubbele portalen vormen samen dit constructivistische kunstwerk, opgesteld parallel aan de rijweg en het fietspad. Van beide uiteinden af bekeken vertonen de opeenvolgende portalen een regelmatige reeks groter en kleiner wordende afschuiningen. Daardoor ontstaat binnen het portaal een wetmatig bepaalde spiraalbeweging. De opstelling van het kunstwerk evenwijdig aan de weg, biedt de voorbijganger een interessant schouwspel: van enige afstand bekeken lijkt het te gaan om één onderling verbonden ruimtelijke constructie. Een constructie die zich als het ware uitrekt naarmate je er dichter bij komt, om uiteindelijk ‘op te lossen’ in de vijf vrijstaande poorten.