Het object bestaat uit twee afzonderlijke delen: het ene is verankerd in de grond, terwijl het andere op het water drijft. Door de weerspiegeling van het metaal in het water, maakt dit deel van het kunstwerk een zwevende indruk. De reflectie van het zonlicht in het ‘land-volume’ heeft tot gevolg dat een spies van licht het grote gazon lijkt open te scheuren. De aanblik van dit half in de grond verzonken object varieert sterk: gezien vanaf het wandelpad dat naar de vijver leidt, is er een scherpe grens tussen het groene gras en het zilverkleurige metaal. Maar vanuit het terras van den mensa bekeken, vormt het object juist één geheel met de aarde en ontstaat de suggestie van een stuk omhooggetild land, alsof zich een aardverschuiving heeft voorgedaan.